Het ministerie van Volksgezondheid voorspelde een premiestijging van 7,7% voor de zorgverzekering. De zorgverzekeraars hebben hun premies inmiddels bekendgemaakt en de stijging blijkt mee te vallen. Volgens de NOS haalt geen van de zorgverzekeraars dit percentage, al zijn de zorgverzekeringen voor 2016 in een aantal gevallen wel duurder geworden dan dit jaar.

De zorgpremie bij CZ zal bijvoorbeeld €104,95 gaan bedragen, 4,4% meer dan dit jaar. Zilveren Kruis laat een grotere stijging zien, verzekerden dienen daar 6,8% meer te gaan betalen dan dit jaar. Aan de andere kant kiest bijvoorbeeld Menzis ervoor om de premie slechts met 2,8% op te laten lopen. Sommige verzekeraars geven aan hun reserves in te zetten om de premiestijging te kunnen beperken. Zilveren Kruis heeft laten weten de reserves minder aan te kunnen spreken, waardoor de zorgverzekeraar zich genoodzaakt ziet om een hogere premiestijging door te voeren.

Met name de nieuwe behandelingen en medicijnen in het basispakket zorgen ervoor dat de premie oploopt. Daarnaast wordt de wijkverpleging niet meer vanuit de AWBZ betaald, maar zijn het de zorgverzekeraars die daarvoor op moeten draaien. De compensatie door de overheid hiervoor neemt af, waardoor de kosten uiteindelijk bij de patiënt terecht komen.

Premieverschillen tussen de restitutiepolis en budgetpolis
Er bestaan bij de meeste verzekeraars grote verschillen tussen de restitutiepolis en de budgetpolis. Deze laten zich op basis van de premie echter niet zomaar met elkaar vergelijken. De restitutiepolis biedt een vrije keuze uit de verschillende zorgverleners, met een budgetpolis is de verzekerde afhankelijk van de contracten die een zorgverzekeraar met bepaalde zorgverleners heeft afgesloten. Opvallend genoeg is de restitutiepolis van OHRA goedkoper dan de budgetpolis van Zilveren Kruis. Het is wat dat betreft de moeite waard om goed te kijken naar de onderlinge premieverschillen en een goede zorgverzekering af te sluiten met een scherpe premie.