Gemeenten die zelf collectieve zorgverzekeringen aanbieden om te zorgen dat alle inwoners van die gemeente zorg kunnen krijgen. Het komt steeds meer voor, hoewel dat vaak behoorlijk wat voeten in de aarde heeft. Waar de ene gemeente slaagt, moeten andere gemeenten teleurstellen.

Het succesverhaal van de gemeenteverzekeringen komt uit Rotterdam, waar de gemeente vanaf 1 januari 2019 alle inwoners de mogelijkheid biedt een collectieve verzekering af te sluiten met een laag eigen risico, van 50 euro. De zorgverzekering zal deel uitmaken van het reeds bestaande VGZ Rotterdampakket.

De collectieve zorgverzekering is niet alleen beschikbaar voor Rotterdammers met een minimum inkomen: huishoudens van boven 130 procent van het minimuminkomen kunnen ook gebruik maken van de verzekering. Eerder was het VGZ Rotterdampakket, dat werd geïntroduceerd in 2013, alleen beschikbaar voor inkomen tot 130 procent van het minimumloon.

Hoewel de hoogte van de premie nog niet vaststaat, zal de gemeente maandelijks tien euro aan de premie gaan bijdragen. Het doel van gemeente Rotterdam is om ook Rotterdammers met hoge zorgkosten en lagere inkomens de zorg te kunnen bieden waar ze recht op hebben. Vanaf 2019 zijn er vergoedingen voor tandongevallen, thuiszorg na verblijf in het ziekenhuis en verblijf in revalidatiecentra in het Rotterdampakket. De vergoedingen voor mantelzorg zijn verhoogd, en ook vergoedingen voor tandzorg, huidbehandelingen en pedicure worden ruimer gedekt.

Voor lagere inkomens die minder zorg behoeven is er het Compact pakket bedacht, met minder vergoedingen, en is het eigen risico niet meeverzekerd in de premie. Rotterdam is met het Rotterdampakket de eerste gemeente die zulke gemeentepolissen aanbiedt. En dat het niet alle gemeenten lukt hetzelfde te doen, blijkt uit gemeente Apeldoorn.

Apeldoorn onderhandelde de afgelopen tijd over het voortzetten van hun gemeentepolis, die ze in samenwerking met Menzis aanbieden. Onderhandelingen over een verdere samenwerking liepen echter op niets uit, waardoor het risico bestaat dat vanaf eind 2019 geen collectieve zorgverzekeringen voor huishoudens in Apeldoorn met een minimum inkomen beschikbaar zullen zijn.

Momenteel maken zesduizend inwoners van de gemeente gebruik van de collectieve zorgverzekering, en nog eens duizend in omliggende gemeenten. Voor Menzis is de samenwerking met Apeldoorn echter niet langer rendabel. De zorgverzekeraar wilden al eerder stoppen met de minimapolis, maar besloot na verschillende verzoeken nog een jaar door te gaan. Zilveren Kruis biedt echter ook al geen minimapolissen in de gemeente meer aan, waardoor het een moeilijk verhaal dreigt te worden vanaf eind 2019 voor kwetsbare gezinnen. Apeldoorn en omgeving valt niet onder een zogeheten kernregio, wat ervoor zorgt dat het aanbieden van minimapolissen minder lucratief wordt voor verzekeraars. 

Menzis stopt daarnaast ook met de collectieve zorgverzekering die ze samen met FNV aanbieden. Via de samenwerking konden FNV-leden kortingen op premies krijgen, extra pakketten en zeer uitgebreide dekkingen. Tienduizenden verzekerden zullen eind dit jaar daardoor een andere verzekeraar moeten kiezen (of voor het alternatief van Menzis moeten gaan). Menzis en FNV werkten 13 jaar samen. Ook andere verzekeraars zullen stoppen met het aanbieden van verzekeringen aan FNV-leden.