Het aantal wanbetalers daalt op zowel nationaal als provinciaal gebied. Om ervoor te zorgen dat het aantal wanbetalers dan al meer dan zes maanden geen zorgverzekering heeft betaald verder daalt, is sinds 1 augustus jongleden de boetepremie afgeschaft. Tenminste, als wanbetalers eerst hun volledige schuld aan de zorgverzekeraar betalen.
Wie meer dan zes maanden achterloopt met het betalen van zijn of haar zorgverzekering, wordt aangemeld bij het Centraal Administratie Kantoor (CAK) en moet vanaf dat moment een premie betalen aan het CAK in plaats van aan de zorgverzekeraar.
Die premie is hoger dan de oorspronkelijke premie. En die premie moet betaald blijven worden tot de zorgverzekeraar de verzekerde afmeldt in het systeem, bijvoorbeeld omdat de openstaande schuld is betaald of omdat er een regeling is getroffen.
Maar wie wordt afgemeld bij het CAK moest nog wel een boetepremie betalen. En dat leidt opnieuw tot betalingsproblemen. Want wie zijn of haar zorgverzekering niet betaalt, doet dat meestal niet uit onwil. Een wanbetaler betaalt niet omdat hij of zij dat niet kan. En als een schuld eenmaal is afgelost, dan is een boete het laatste wat ze nog kunnen hebben.
Vanaf 1 augustus 2018 wordt die boetepremie dan ook kwijtgescholden als de schuld bij de zorgverzekeraar is betaald. Een maatregel die er kan zorgen dat het aantal wanbetalers in Nederland verder daalt.
Nationale daling wanbetalers
Waar in 2014 nog 2,2 procent van de Nederlanders een betalingsachterstand van zes maanden of meer op hun zorgverzekering hadden, was dat eind 2017 1,7 procent. Maatregelen als het afschaffen van de boetepremie en een snellere uitstroming uit de wanbetalersregeling hebben gezorgd voor deze daling.
De grootste groep binnen die wanbetalers zijn mannen in de leeftijdsgroep van 25 tot 40 jaar. Het percentage wanbetalers onder mensen met een migratieachtergrond ligt hoger dan onder mensen met een Nederlandse achtergrond. 3,6 van de Nederlands met een migratieachtergrond heeft een achterstand.
Ook in de provincie is een daling waar te nemen, hoewel er nog provincies zijn die boven het landelijk gemiddelde van 1,7 procent zitten. Flevoland steekt de troon met 2,6 procent, gevolgd door Zuid-Holland met 2,3 procent. In Groningen betalen 1,9 procent van de Groningers hun zorgverzekering niet, omdat ze daar de financiële middelen niet voor hebben of om andere redenen.
In Zeeland is het percentage wanbetalers het laagst, op 1,1 procent. Maar in elk van de twaalf provincies is een daling in wanbetalers waar te nemen, en met de afschaffing van de boetepremie moet die daling nog verder doorzetten.
Reacties